2.2.6 Financiële Kengetallen
Het BBV schrijft sinds 2015 voor dat in de paragraaf Weerstandsvermogen zes kengetallen worden opgenomen. De kengetallen zullen in samenhang worden beoordeeld, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een beeld geven van de financiële positie van de gemeente. De financiële positie is geen doel op zich maar moet altijd worden bekeken in samenhang met de totale maatschappelijke opgave van de stad. Het te bereiken maatschappelijke rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij van evident belang. De financiële positie is ondersteunend aan het afwegingsproces en moet het bestuur helpen verantwoorde keuzes te kunnen maken voor de (middel)lange termijn.
Van de Provincie Noord-Holland is een handreiking ontvangen om de kengetallen te kwalificeren aan de hand van signaleringswaarden die afkomstig zijn van de stresstest voor 100.000+ gemeenten. De signaleringswaarden hebben de volgende indeling:
Ref. | Kengetal | Categorieën | ||
---|---|---|---|---|
A | B | C | ||
1 | netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% |
2 | netto schuldquote gecorr. voor verstr. leningen | <90% | 90-130% | >130% |
3 | solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% |
4 | grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% |
5 | structurele exploitatieruimte | >0% | 0% | <0% |
6 | belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Omdat normering in eerste instantie door de gemeente zelf dient plaats te vinden, wordt aan de categorieën door de provincie geen normering gegeven. Wel meldt de provincie dat over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.
Voor de gemeente Hilversum zien de kengetallen er als volgt uit:
Ref. | Kengetal | Verloop van de kengetallen | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
B2023 | JS2022 | B2024 | B2025 | B2026 | B2027 | ||
1 | netto schuldquote | 73% | 59% | 64% | 74% | 80% | 80% |
2 | netto schuldquote gecorr. voor verstr. leningen | 66% | 53% | 59% | 67% | 74% | 74% |
3 | solvabiliteitsratio | 23% | 25% | 24% | 25% | 24% | 24% |
4 | grondexploitatie | 1% | 1% | 0% | 2% | 0% | 0% |
5 | structurele exploitatieruimte | 3,4% | 3,7% | 2,5% | 4,3% | 0,5% | 0,5% |
6 | belastingcapaciteit | 93% | 102% | 97% | 97% | 97% | 97% |
1. Netto schuldquote
Betekenis . De netto schuldquote geeft inzicht in de mate waarin de schuldenlast drukt op de exploitatie. De netto schuldquote is het percentage van de netto schuld ten opzichte van de jaarlijkse inkomsten van de gemeente. Het percentage dat hieruit voortkomt, geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie. Voor dit kengetal geldt: hoe lager, hoe beter.
Beoordeling. Het percentage bedraagt 64% in 2024 en valt daarmee in de categorie ‘minst risicovol’. In de jaren 2025-2027 is een reeks te zien met oplopende percentages. Toch valt in de komende jaren dit kengetal nog steeds in de categorie ‘minst risicovol’. De oplopende percentages worden veroorzaakt doordat de schulden vanaf 2024 ieder jaar oplopen, terwijl de inkomsten, waartegen in dit kengetal de schuldenlast wordt afgezet, maar licht stijgen. Het kengetal is gestegen ten opzichte van de jaarstukken vanwege een stijging in de schulden en de inkomsten.
2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Betekenis . Dit kengetal verschilt maar op één punt van het vorige: in dit kengetal worden uitgeleende gelden buiten beschouwing gelaten. Die komen immers normaal gesproken weer terug naar de gemeente. Bij een groot bedrag aan uitgeleende gelden zal het percentage lager (lees: gunstiger) uitvallen dan het percentage onder 1 hierboven. Hilversum heeft een bedrag van € 20,8 miljoen aan leningen uitstaan, waarvan de uitstaande vordering op GEM Crailo B.V. van € 16,1 miljoen de grootste is. Daarnaast heeft de gemeente leningen verstrekt aan onder andere Stichting Stimuleringsfonds en een duurzaamheidsfonds (€ 3,7 miljoen voor diverse fondsen), en het restauratiefonds (€ 1 miljoen). Ook voor dit kengetal geldt: hoe lager, hoe beter.
Beoordeling . Dit kengetal valt met 59% logischerwijs lager uit dan het vorige en bevindt zich in dezelfde ‘minst risicovol’ categorie. De ontwikkeling van dit kengetal laat hetzelfde verloop zien als de netto schuldquote. Het kengetal is net als het vorige kengetal gestegen ten opzichte van de jaarstukken vanwege een stijging in de schulden en de inkomsten.
3. Solvabiliteitsratio
Betekenis. De solvabiliteitsratio geeft aan in welke mate het bezit van de gemeente is gefinancierd met eigen vermogen, of, anders gezegd, in welke mate het bezit is afbetaald. Het kengetal geeft aan of de gemeente, als de nood aan de man komt, met de opbrengst van de bezittingen haar schulden kan aflossen. Voor dit kengetal geldt: hoe hoger, hoe beter.
Solvabiliteit is in de private sector van groter belang dan in de publieke sector. Dit komt omdat het voor de private sector een basis is waarop o.a. de leencapaciteit wordt bepaald. Bij publieke organisaties is dat niet het geval. Het college hecht daarom meer waarde aan het kengetal netto schuldquote. Dat kengetal geeft aan in hoeverre de rentelasten en aflossingen binnen de exploitatie kunnen worden opgevangen. Om die reden beschouwen we de solvabiliteitsratio van minder belang en kijken we vooral naar het kengetal netto schuldquote.
Beoordeling. Het percentage in deze begroting is 24% en het kengetal valt daarmee in categorie B. Daarbij geldt dat dit kengetal enigszins geflatteerd is doordat Hilversum haar balans relatief conservatief gewaardeerd heeft. De activa (het bezit) op de balans is op basis van de historische kostprijs gewaardeerd en daardoor lager gewaardeerd dan de waarde die het nu vertegenwoordigt. Doordat veel activa (het bezit) te laag gewaardeerd is, valt ook automatisch het eigen vermogen te laag uit. Aangezien dit de basis is voor het kengetal, valt dit kengetal altijd te laag (ongunstiger) uit.
De solvabiliteit, het minder representatieve kengetal voor een gezonde financiële huishouding van gemeenten, wordt daarom in combinatie met de ratio weerstandsvermogen beoordeeld. Het streven is om categorie B als minimale norm te stellen voor beide individuele ratio’s maar hierbij vooral te kijken naar de onderliggende verhouding. Als de solvabiliteitsratio bijvoorbeeld onvoldoende is en de ratio weerstandsvermogen matig, dan zal de normering van het kengetal financiële verplichtingen onvoldoende zijn. Als de solvabiliteitsratio onvoldoende is en de ratio weerstandsvermogen ruim voldoende, dan zal de normering van het kengetal financiële verplichtingen toch voldoende kunnen zijn. De solvabiliteitsratio is voor de jaren 2023 tot en met 2026 boven de 20%, valt daarmee in categorie B en wordt daarmee beoordeeld als goed. Aangezien de weerstandsratio als “uitstekend” te kwalificeren valt, beoordeelt het college de uitkomst van de solvabiliteitsratio in samenhang met de weerstandsratio samenhang als goed.
4. Kengetal grondexploitatie
Betekenis . Dit percentage is de uitkomst van de vergelijking van de waarde van onze grondexploitaties met de jaarlijkse inkomsten van de gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Hoe lager dit percentage is, hoe minder risico de gemeente loopt. Een negatief kengetal betekent dat er op dat moment geen boekwaarde is die moet worden terugverdiend door verkoop van grond en dat de gemeente volgens de actuele kaders geen risico loopt op de voorraden grond.
Beoordeling. De hoogte van dit kengetal voor Hilversum bedraagt 0% en ligt ruim onder het percentage van 20%, die in de handreiking van de provincie als meest gunstige wordt beoordeeld. Ook in de jaren 2025-2027 toont het kengetal een nagenoeg zelfde verloop. In 2025 is het kengetal 2% omdat er eind 2025 naar verwachting meer grondexploitaties zijn.
5. Structurele exploitatieruimte
Betekenis . De structurele exploitatieruimte geeft aan in hoeverre de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van leningen) te dekken. Anders gezegd, een percentage van 0 of hoger geeft aan dat Hilversum geen structurele kosten dekt met incidentele inkomsten.
Beoordeling. Het kengetal is in 2024 2,5% , stijgt in 2025 naar 4,3% en zakt daarna terug naar 0,5%. Het kengetal is goed zolang het niet negatief is. Een negatief getal betekent immers dat structurele lasten ten dele met incidentele baten worden gedekt. Het gevaar daarvan is dat, als die incidentele inkomsten wegvallen, er een gat in de begroting en jaarrekening kan ontstaan.
6. Belastingcapaciteit
Betekenis . Dit kengetal geeft aan hoe de gemiddelde woonlasten in Hilversum zich verhouden tot de landelijk gemiddelde woonlasten. Tot de woonlasten worden gerekend de onroerendezaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
Beoordeling. Voor 2024 ligt de uitkomst op 97%. Dat betekent dat de gemiddelde lasten in Hilversum op het landelijk gemiddelde liggen. De berekening van de gemiddelde woonlasten in Hilversum is inmiddels aangepast aan de methode van het landelijk gemiddelde.
Aan het verloop in de jaren 2025 tot en met 2027 kan nu nog weinig betekenis ontleend worden. In dit kengetal worden het OZB-tarief, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing vergeleken met het landelijk gemiddelde. Naast het eerder genoemde verschil in berekeningsmethodiek voor beide gemiddelden, wordt voor het landelijk gemiddelde voor alle jaren het gemiddelde tarief uit 2023 aangehouden. De ontwikkeling van het landelijke gemiddelde kan namelijk niet vooraf voorspeld worden.
Bij de beoordeling gaat het college uit van het begrotingsjaar 2024 en kwalificeren de uitkomst als goed.
Algeheel oordeel
Het BBV schrijft voor: “een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie”. Volgens de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit is het aan het college van burgemeester en wethouders om die beoordeling te geven. Alle kengetallen worden beoordeeld als goed. In combinatie met het weerstandsvermogen, dat als uitstekend wordt beoordeeld, laat dit zien dat de gemeente Hilversum een degelijke financiële positie heeft. De gemeente Hilversum wil haar financiële positie op orde hebben. Hiertoe stelt het college als randvoorwaarden een sluitende begroting, gedegen risicomanagement en een robuuste algemene reserve, waarbij de lasten voor de burger zo min mogelijk stijgen.
Op basis van de in deze begroting opgenomen cijfers beoordeelt het college de “onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie” als goed.