2.4.8 Rentebaten
De gemeente Hilversum heeft ook middelen uitgezet. Het betreft voornamelijk middelen die via SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland) ter beschikking zijn gesteld ten behoeve van; starters op de woningmarkt, particuliere woningverbetering en duurzaamheid. Ook zijn er middelen via het Restauratiefonds t.b.v. de financiering van het restaureren van monumenten uitgezet. Een deel van deze uitgezette middelen levert rente baten op. Voor 2024 zijn de totale rentebaten begroot op € 142.000. Het saldo van rentelasten en rentebaten wordt via een omslagpercentage doorberekend naar de programma’s. De verdeelsleutel is het totaal aan activa dat dienstbaar is aan de betreffende
programma’s.
Bedragen x € 1.000
Rentetoerekening 2024 | ||
a | Externe rentelasten over korte en lange financiering | 4.825 |
b | Externe rentebaten | -142 |
c = a + b | Totaal door te rekenen externe rente | 4.683 |
d1 | Rente die toegerekend moet worden aan grondexploitaties | -52 |
d2 | Rente projectfinanciering die aan betreffend taakveld moet worden toegerekend | |
e = c + d1 + d2 | Saldo, door te rekenen externe rente | 4.625 |
f1 | Rente eigen vermogen | 0 |
f2 | Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | 0 |
g = e + f1 + f2 | De aan taakvelden (programma's inclusief overhead) toe te rekenen rente | 4.625 |
h | De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -4.760 |
i = g + h | Renteresultaat op het taakveld treasury | -129 |
Conform de aanbeveling van het BBV wordt er geen rente over het eigen vermogen berekend.
Het rentepercentage van de aan de taakvelden toe te rekenen rente (omslagpercentage) is naar boven afgerond op 1,6%. Het gebruikte omslagpercentage is hoger dan het berekende omslagpercentage (1,56%). Er wordt daardoor meer rente toegerekend aan de taakvelden dan de werkelijke externe rentelasten. Hierdoor ontstaat er op het taakveld Treasury een voordelig renteresultaat voor 2024 van € 129.000 zoals genoemd op regel i van tabel 3.8.
Rente grondexploitaties en disconteringsvoet
De commissie BBV stelt dat de rente die toegerekend mag worden aan de grondexploitaties moet worden gebaseerd op de daadwerkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen.
De doorberekening aan de grondexploitaties geschiedt dan in de verhouding tussen het vreemde vermogen en het totale vermogen. Deze berekening op basis van de door de commissie BBV voorgeschreven formule leidt tot een afgerond rentepercentage van 1,5%.
De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd in de berekening van de contante waarde
wordt voor alle gemeenten gelijk gesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van
de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de eurozone. Op dit moment bedraagt dit percentage 2,0%.